Blog

Op 23 juni 2021 schreef Anita de Jong:

Is het faalangst of gezonde spanning?

 

Faalangst wordt in de boeken beschreven als een cognitieve (‘gedachten’), fysieke en gedragsmatige reactie op een situatie waarin je moet presteren en je je beoordeeld voelt.
Het is een conflict tussen denken, voelen en doen. Iedereen heeft het en het is ook helemaal niet erg. Spanning kan er voor zorgen dat je juist beter gaat presteren (positieve faalangst).

Als de spanning je juist bang maakt om te mislukken en er voor zorgt dat je niet gemotiveerd wordt maar juist geblokkeerd raakt, spreken we van (negatieve) faalangst.

Het is geen karaktertrek of persoonlijkheidskenmerk maar het resultaat van (denk-) stappen die je doet na eerdere ervaringen.

Kinderen met faalangst schatten de kans om te mislukken groot in, en de kans dat het goed gaat heel klein. Zij denken dat hun behaalde resultaat het gevolg is van wat anderen hebben gedaan, niet zij zelf.

Er zijn eigenlijk drie vormen van faalangst:

  1. Cognitieve faalangst, angst voor toetsen, schoolse taken of een spreekbeurt;
    Deze kinderen hebben vooraf al negatieve gedachten en dit blokkeert helder denken
  2. Sociale faalangst, spreekangst voor een groep of bang om af te gaan t.o.v. anderen;
    Deze kinderen tonen lichamelijke reacties zoals zweten, hakkelen of blozen
  3. Motorische faalangst, angst voor motorische of wedstrijdtaken zoals bij gym:
    De faalangst blokkeert het handelen waardoor je controle over je bewegingen verliest

Het belangrijkste bij de begeleiding is dat je kind weer een positief beeld van zichzelf opbouwt en meer zelfvertrouwen krijgt. Het moet zijn eigen sterke en zwakke kanten leren kennen, zichzelf accepteren zoals het is en er mee leren omgaan.

Wij kunnen helpen door een goede sfeer in de groep op school en lessen die zijn afgestemd op wat je kind kan. De leerkracht kan de nadruk leggen op hoe het kind heeft gewerkt in plaats van wat het gepresteerd heeft.

Thuis kunnen jullie als ouders helpen door je kind positief te benaderen, af en toe complimenten geven en bij “kritiek” bespreken hoe je kind het anders had kunnen doen.
De fouten moeten gezien worden als leermomenten. Kinderen bij wie het niet lukt de negatieve faalangst om te buigen in positieve faalangst kunnen door middel van een training leren de faalangst de baas te worden.
Dit kan in een groep kinderen maar ook individueel. In zo’n training leren ze hun negatieve (niet- helpende) gedachten te vervangen door positieve (helpende) gedachten.
Die bepalen je gevoel over een situatie en zijn van invloed op je gedrag.
Ook leren kinderen ontspannings- en ademhalingsoefeningen die ze kunnen gebruiken om om te gaan met lichamelijke reacties op faalangst. Aan de ouders wordt geleerd om een aanmoedigende houding aan te nemen en de kinderen op een positieve manier te helpen.