Blog

Op 13 augustus 2021 schreef Anita de Jong:

Wat is eigenlijk werkgeheugen?

Hier zijn de feiten op een rij:

  • Het is de hersencapaciteit die je hebt om informatie even vast te houden omdat je er iets mee wilt doen. Als je er mee klaar bent gooi je de informatie weg in je hoofd
  • Hoe groot je werkgeheugen is verschild per persoon en wordt ook beïnvloed door het soort informatie dat je moet onthouden (leuker: makkelijker onthouden).
  • Als je werkgeheugen te vol raakt stroomt het over en raak je informatie kwijt.
  • In je werkgeheugen komt informatie samen uit het kortetermijngeheugen,
    het langetermijngeheugen, het geheugen voor woorden/begrijpen en het geheugen voor handelingen.
  • Je werkgeheugen wordt steeds beter naarmate je ouder wordt en ook wordt het beter als je het veel gebruikt. Je kan je werkgeheugen trainen
  • Als je een goed werkgeheugen hebt doe je het goed op school bij lezen en rekene
  • Het werkgeheugen staat los van hoe slim je bent in het algemeen of van specifieke taalproblemen.
  • Kinderen met een zwak werkgeheugen missen informatie waardoor ze niet goed weten hoe ze opdrachten moeten maken. Deze kinderen zijn vaak snel afgeleid. 

Wat kun je als leerkracht doen?
Herken de problemen die samengaan met een zwak werkgeheugen.

Dit zie je aan:

  • het slecht onthouden van informatie
  • moeite met het blijven volgen van de instructie in de klas
  • problemen met het onthouden van volgorde en positie
  • het niet afmaken van opdrachten.

Kijk goed naar het kind en praat met het kind over wat je opvalt, vraag wat kan helpen.
Onderzoek de belasting van het werkgeheugen.

Dit doe je door:

  • opdrachten korter te maken
  • informatie betekenis te geven en hardop mee te denken
  • doe dit bij alle schoolvakken

Beperk het moeten gebruiken van het werkgeheugen (de hoeveelheid die moet worden onthouden, zorg dat de informatie inhoud krijgt en deel grote opdrachten in kleine stappen).

Herhaal belangrijke informatie.
Dit kan door de leerkracht of door een ‘maatje’ naast het kind die helpt herinneren.

Moedig het gebruik van geheugensteuntjes aan.
Denk aan wandkaarten, posters, spelling-opzoekboekjes, rekenhulpmiddelen, tabellen en schema’s, rekenmachine en computersoftware.

Help de leerling om zelf ondersteunende strategieën te ontwikkelen.
Dit kan zijn: hulp vragen, meer oefening/herhaling, aantekeningen maken en het inzetten van het langetermijngeheugen voor feiten en gebeurtenissen.