Blog

Op 13 augustus 2021 schreef Anita de Jong:

Zelfcontrole kun je leren werkgeheugen?

In deze blog-informatie over Zelfcontrole. Dit gaat over wat kinderen met agressief en opstandig gedrag op school niet voldoende van zichzelf hebben. Zelfcontrole kan je leren en jij en je omgeving heeft er veel plezier van als het lukt om dit te verbeteren.

Wat is van invloed op Zelfcontrole

  1. Temperament = het ‘karakter’ van kinderen is van invloed op hoe kinderen reageren. Kinderen die overgevoelig zijn kunnen vaak heftiger op situaties reageren.
  2. Taalontwikkeling = kan je je gevoelens goed uitdrukken in woorden of reageer je (omdat je dit niet goed kunt) vaker met je lijf?
  3. Omgeving = de reactie op het gedrag van kinderen. Als de omgeving rustig en positief inspeelt op de reacties van het kind worden explosieve situaties voorkomen en leert het kind.

Het programma Zelfcontrole op School is ontwikkeld om aan het verbeteren van gedrag te werken. De doelgroep zijn leerlingen van 8 tot 12 jaar in het reguliere basisonderwijs.
Zelfcontrole op School gaat in op de denkfouten, die horen bij kinderen met antisociaal of opstandig gedrag en corrigeert die met behulp van cognitieve technieken (nadenken over manieren van reageren: als een “Hot Harry” of een “Cool Kevin”).

 Kinderen leren

  • Signalen uit hun sociale omgeving beter zien
  • Signalen uit hun sociale omgeving interpreteren zoals ze bedoeld zijn
  • Nadenken over verschillende reacties in 1 situatie
  • Kiezen van de juiste reactie in een situatie
  • Kiezen voor ‘sociale’ doelen in plaats van alleen aan jezelf te denken.

Als kinderen meer Zelfcontrole hebben komen ze weer beter in de groep te liggen. De training kan hierdoor een positief effect hebben op de hele groep op school. In de training leren kinderen ook sociale vaardigheden en vriendschapsvaardigheden. Ze daardoor ontwikkelen een positiever zelfbeeld, hebben minder last van irritatie en negatieve gevoelens en daardoor verbeteren vaak ook de leerprestaties op school. Er wordt gewerkt met rollenspellen en de kinderen hebben een map waarin ze dingen ook opschrijven. Er is steeds contact met de ouders rond de bijeenkomsten.

Er horen ook een aantal leerkrachtsessies bij waarin wordt besproken hoe de leerkrachten op het nieuwe gedrag kunnen inspelen. Door precies het juiste gedrag te belonen is de kans groter dat het kind dit meer gaat laten zien.