Blog

Op 13 augustus 2021 schreef Anita de Jong:

Wat zijn ernstige rekenproblemen en wanneer noem je het dyscalculie?

 

Rekenen is zeer complex in vergelijking met lezen. We doen elke dag veel ervaringen op met tellen, meten en vergelijken.
Als kind doen we het, als we ouder worden denken we het, met het beeld in ons gedachten. Rekenen is het ordenen van de omgeving door middel van deze ‘denkhandelingen’.

Kinderen kunnen om verschillende redenen zwak zijn in rekenen (Geary, 2004):

  • Omdat ze in het algemeen moeite hebben informatie te verwerken, en uit het hoofd te leren, deze kinderen doen over alles langer.
  • Ze blijven hangen op één manier van rekenen (bijv. lang blijven tellen of niet goed weten wat ze moeten doen bij + of -;
    onnauwkeurig rekenen of feiten niet goed kunnen onthouden; ruimtelijk niet goed overzien of niet goed kunnen inschatten).
  • Ze hebben moeite de vele verschillende feiten te verwerken, zijn vergeten hoe ze het moeten doen en wat ze moeten doen, of in welke volgorde.

Door extra les in rekenprocedures, meer uitleg en meer oefentijd kunnen deze kinderen toch leren rekenen. De leerkracht kan het voordoen en laten nadoen, en dan de ‘denk’stappen hardop laten zeggen. De stapjes kunnen op een kaart of een schema gezet worden zodat kinderen ze later terug kunnen vinden. Het programma kan aangepast worden, en kinderen met rekenproblemen hebben ook op de lange termijn meer herhaling nodig.

Bij dyscalculie zijn deze problemen heel hardnekkig. Met name het getalbegrip, dat een cijfer een hoeveelheid is, krijgen kinderen met dyscalculie bijna niet onder de knie. En als ze de getallen weten kunnen ze er niet handig mee omgaan. Elke som is weer nieuw, en dit blijft, ook nadat er heel veel extra is geoefend. Om dyscalculie vast te stellen moet het kind een grote achterstand hebben bij het rekenen en daar veel last van hebben. Bij het vaststellen van die achterstand wordt ook gekeken naar wat je van het kind mag verwachten, op grond van de prestaties bij de andere schoolvakken. En er moet minimaal een half jaar individuele hulp zijn gegeven door een Remedial Teacher. Als dit ook niet helpt kan een dyscalculieonderzoek worden gedaan en wordt er een verklaring gegeven. De school kan het programma aanpassen, meer tijd geven voor toetsen en toestaan dat er met een rekenmachine wordt gewerkt.

Tips

  • Als je een vermoeden heb dat je kind het heeft, bespreek het dan met school.
    Vraag wat de school doet aan de rekenproblemen. Vraag wat je thuis kunt doen in de vorm van rekenspelletjes of software, en op welk niveau er geoefend kan worden.
  • Kinderen met dyscalculie worden dagelijks en in veel situaties geconfronteerd met getallen, betalen, meten, klokkijken en hoofdrekenen. Help je kind om daar praktische oplossingen voor te bedenken.
  • Laat je kind ervaren wat het wel goed kan, lees over dyscalculie en praat er over. 

Boekje voor ouders en kinderen: “Stomme sommen. Mijn boek over dyscalculie”.
Amsterdam: Uitgeverij Nino. ISBN 978 9085606024